De supermarkt-scène

Ik weet het nog als de dag van gisteren: gutsende oksels, zweetsnor, acute couperoze en toch doen alsof ik alles onder controle had. Maar dat had ik niet, alles behalve dat, want mijn kleine had een heel ander plan. Hij had Smartie’s op het oog en ik weigerde medewerking. Dat heb ik geweten. En het supermarktpubliek ook. Hij stortte zich ter aarde, er werd gegild en gestampt; een hysterische voorstelling was het. En als je je in zo’n situatie staande probeert te houden, heb je twee soorten toeschouwers. Zij die erbij komen staan en goedbedoeld – dat wel – denken het kleine monster te kunnen temmen, zonder succes natuurlijk. En het tweede soort: zij die deze fase nog niet zo gek lang geleden ontgroeit zijn, maar doen alsof ze voor het eerst zo’n spektakel van dichtbij meemaken. Die je meewarig aankijken en met hun ogen toebitsen “moet je maar beter opvoeden”.

Mocht je ongewenst een hoofdrol krijgen in ‘de supermarktscène’ is het bovenal de kunst je af te sluiten van de mensen om je heen. Makkelijker gezegd dan gedaan beseffen we. Vervolgens is het zaak de schade te beperken. Niet door toch Smartie’s te kopen, want dan ben je iedere week de klos. Wat ons betreft mag je optreden. Heeft een zachtaardige toon geen effect, verhef dan je stem gewoon een beetje. Niet vanachter een ander schap; kijk hem recht in de ogen aan. Wat er ook gebeurt, wees daadkrachtig, ook als je je alles behalve daadkrachtig voelt. Spreek je kind overtuigend toe, til hem resoluut in de wagen, neus in de lucht en negeer alle stampei totdat je hebt afgerekend. In discussie gaan is uit den boze.

Beter nog: de supermarktscène voor zijn. Hoe?

  1. Vertel van tevoren wat er op het programma staat: samen winkelen.
  2. Maak spelregels: bij mama blijven, niet rennen door de winkel, etc. Niet té veel regels, die is hij al vergeten voordat jullie een stap over de drempel hebben gezet. Vertel wat er gebeurt als hij toch stoute dingen doet, maar ook wat hij mag verwachten als hij zich goed gedraagt.
  3. Ga niet winkelen als je kindje moe of hongerig is. Maak er ook geen ochtend- of middagvullend programma van.
  4. Maak ‘t leuk: benoem wat je ziet, zeg wat je ervan gaat maken, etc.
  5. In sommige supermarkten hebben ze mini-karretjes of karren met een heuze kinderauto ervoor gebouwd. Ideaal, mits ze niet met karretje en al het wijnrek inrennen (maar dat risico had je als het goed is bij punt 1 al getackeld).

 

Zo, hopelijk blijft jou dit drama nu bespaard.

En lieve collega-moeders, zullen we één afspraak met elkaar maken? Mocht jij een moeder zien die slachtoffer is van een supermarktscène, zullen we elkaar dan plechtig beloven geen laagdunkende blikken te geven? En dat we ons er ook niet ongevraagd mee zullen bemoeien? Maar dat we elkaar hooguit een bemoedigend blijk-van-herkennings-knikje zullen geven? Dat zou fijn zijn. Gedeelde smart is halve smart.

 

 

 

Reageer op artikel:
De supermarkt-scène
Sluiten