8 x onzin over borstvoeding
Borstvoeding is – zo merken we op uit reacties op artikelen – een beetje een beladen onderwerp. Er komen heel wat gevoelens bij kijken. En niet alleen gevoelens, maar ook feiten en fabels.
En op dat laatste willen we graag wat dieper ingaan, want er gaat best wel wat onzin de ronde over borstvoeding. We hebben de grootste onzin betreffende borstvoeding voor je op een rijtje gezet.
Onzin
1. Als je borstvoeding geeft, kun je niet zwanger worden.
Dat borstvoeding een vorm van anticonceptie is, klopt niet helemaal. Nou is het weliswaar zo dat wanneer je de eerste 6 maanden na de geboorte van je kindje hem of haar alleen maar borstvoeding geeft én niets van bijvoedingen én je menstruatie uitblijft je slechts een kans hebt van 2% om zwanger te worden… maar het is nog steeds 2%. Plus je mag dus niet bijvoeden, plus je mag niet menstrueren. En dan glipt er dus wel eens een zwangerschap tussen. Ben je nog niet toe aan een volgende zwangerschap of kindje, dan kun je beter overgaan op ‘echte’ anticonceptie.
2. Hoe groter je cupmaat, hoe meer melk je aanmaakt.
Onzin! De borstomvang heeft niets te maken met het aantal werkzame melkklieren, maar alles te maken met vetweefsel. Daarbij is de productie van moedermelk een kwestie van vraag en aanbod en de behoefte van je baby. Ook met cupje AA kun jij dus liters moedermelk produceren.
3. Moeders die borstvoeding geven moeten oppassen met wat ze eten, want dat wat zij eten kan krampjes bij de baby veroorzaken.
Niet waar! Eet gerust wat je lekker vindt, hoewel het natuurlijk wel verstandig is om gezond te eten, vooral ijzer- en vezelrijke voeding. Juist dat laatste is van belang voor een goede darmwerking, hoewel je ook gewoon moet accepteren dat darmkrampjes er bij baby’s nou eenmaal gewoon bij horen: dat is de darmontwikkeling. Je moet wel oppassen met bepaalde medicatie en alcohol of drugs zijn natuurlijk ook niet aan te bevelen, maar doe vooral niet spastisch over uien, kool, et cetera (mits met mate natuurlijk…).
4. Van borstvoeding krijg je hangborsten.
Niet zozeer van borstvoeding, eerder van de zwangerschap (als je ze dan al krijgt hè, want er komen ook veel vrouwen zonder schade uit ‘de strijd’). Tijdens de zwangerschap verandert je hormoonhuishouding, houd je meer vocht vast, maakt je lichaam meer bloed aan, gaan je melkklieren zich ontwikkelen, et cetera. Dit alles bij elkaar kan voor een cupmaat (of meer) extra zorgen. Als je zwangerschap voorbij is en je lichaam weer naar haar oude, vertrouwde proporties teruggaat, kan dat dus betekenen dat je borstvolume dusdanig afneemt dat je borsten slapper gaan aanvoelen en wat droeviger erbij hangen. Een vers opgeblazen ballon ziet er ook anders uit dan een ballon waar het volume uit is gelopen, nietwaar?
5. Als je borstvoeding geeft, moet je voor twee eten en drinken.
Heus niet. De melkproductie komt op gang door vraag en aanbod. De natuur regelt dat helemaal vanzelf. Als jij eet voor twee, maar je je kindje nauwelijks aanlegt, zal er echt niet voldoende moedermelk zijn. Wel is het verstandig voor de moeder om voldoende te drinken.
6. Door te vaak of te lang aanleggen, krijg je tepelkloven.
Te vaak of te lang borstvoeding geven kan geen kwaad. Verkeerd aanleggen kan wel tepelkloven veroorzaken. Je moet de baby niet laten sabbelen, maar echt goed en krachtig uit de tepel laten drinken. Hij mag ook niet de tepel naar binnen slurpen bij het aanleggen, maar moet een grote hap nemen. Hij zuigt dan niet op de tepel , maar heeft dan de tepel en een groot deel van de tepelhof in zijn mondje.
7. De kwaliteit van de melk is in de ochtend beter dan in de middag of avond. De energie die jij verbruikt gaat ten koste van de kwaliteit van de moedermelk.
Nope… De kwaliteit van de melk is de hele dag perfect. ‘s Ochtends heb je gewoon wat meer melkproductie na wat meer slaap achter de rug te hebben. En dan drinkt de baby zijn buikje lekker rond. ‘s Avonds maak je wat minder melk aan omdat je vermoeid bent en dan zal je kleine ook wat vaker voor een slokje komen.
8. Als je net bevallen bent, maak je nog niet voldoende moedermelk aan.
Onzin. Al tijdens de laatste twee/drie weken van de zwangerschap wordt er colostrum gemaakt in de melkklieren. Als je baby voor het eerst drinkt, krijgt hij exact genoeg melk binnen voor de eerste voeding (zo’n 7-14ml.). Als je bedenkt dat een maagje van een pasgeboren baby zo groot is als het kootje van je pink en verfrommeld is als een rozijn begrijp je direct dat die paar druppels voeding nodig én ook meteen voldoende is.
(Met dank aan Mireille Zijderveld-Jonkman, kraamverzorgende en borstvoedingscoach).
