Een afgebroken zwangerschap vanwege Down

Vorig jaar, woensdag 13 januari, is de dag die voor mij alles heeft doen veranderen. Dolgelukkig was ik. We verwachtten ons tweede kindje, een broertje of zusje voor onze oudste dochter Lara. Ik voelde me goed, had eigenlijk nauwelijks last van zwangerschapskwaaltjes, ik was zelfs nog geen dag misselijk. Dat was bij de zwangerschap van de eerste wel anders. Ik was ook niet veel moeier dan anders, wat ik wel van veel vriendinnen hoorde die ook zwanger waren. Al met al voelde ik me dus gewoon helemaal goed, ik was een blije zwangere. Mijn man en ik hadden besloten wel de NIPT te doen, maar eigenlijk meer met het idee dat het fijn is om te weten dat alles goed is dan dat we ons erop in hadden gesteld dat het er ook een slechte uitslag uit kon komen. Heel naïef misschien, zeg ik nu achteraf, maar zo was het nou eenmaal.

Want de uitslag was inderdaad niet goed; de kans op een kindje met Down was 99,1%. Jeetje wat schrokken we toen we dit hoorden. De impact van dit nieuws drong niet eens meteen door. Gek genoeg richtten we meteen onze hoop op de vruchtwaterpunctie die zou volgen, we bleven tegen beter weten in optimistisch en zeiden tegen elkaar dat daaruit vast zou blijken dat we wel een gezond kindje zouden krijgen, ook al wisten we dat de kans maar 1% was dat die uitslag anders zou uitvallen dan de NIPT. We zaten denk ik gewoon in de ontkenningsfase…

De uitslag van de vruchtwaterpunctie wees dan ook hetzelfde uit. Gek genoeg voelde het ergens fijn dat we nu in ieder geval duidelijkheid hadden en niet meer in die vreselijke onzekerheid zaten, maar tegelijkertijd ging ik kapot van verdriet. Gek genoeg was mijn man er veel rustiger onder.

‘Wat nu???’ vroegen we onszelf af. Daar hadden we namelijk niets eens serieus over gesproken toen we besloten prenatale testen te doen. Eén ding wist ik zeker: we moesten snel een beslissing nemen. Ik wilde dit niet uitstellen tot het laatste moment. Lang verhaal kort: na veel praten, tranen, advies inwinnen bij artsen en vrienden- en familieberaad hebben we besloten de zwangerschap af te breken. Om heel veel redenen die toen heel reëel klonken, met de beste bedoelingen voor ons als gezin, niet in de laatste plaats Lara. Maar ook al leek het toen rationeel gezien de beste oplossing, mijn gevoel zegt iets anders. Eigenlijk al vanaf het moment dat het afbreken van de zwangerschap een feit was. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet met pijn in mijn buik denk aan wat had kunnen zijn.

Een kindje met Down, wat dan nog? Ik weet zeker dat we het gered hadden als gezin. Misschien was het juist een verrijking voor Lara’s leven geweest? En soms ben ik stiekem zo ontzettend boos op mijn man, voor hem was het al meteen duidelijk namelijk, heb ik me door hem laten meeslepen? Was ik hormonaal en kon ik het niet helder op een rijtje krijgen? Ik droeg ons kindje in mij! Er gaat geen nacht voorbij dat ik niet stilletjes lig te huilen in bed. Ik voel me een slechte moeder; ik heb gewoon mijn kindje weg laten halen! Ik ga kapot van verdriet, en van schuldgevoelens en spijt… en het erge is, ik kan het niet meer terugdraaien. Nooit meer.

Reageer op artikel:
Een afgebroken zwangerschap vanwege Down
Sluiten