Redactie
Redactie Gastblogger 14 dec 2018

Gaia’s bevallingsverhaal: ‘Ik gleed uit over mijn eigen vruchtwater’

Toen ik 36 weken zwanger was werd ik midden in de nacht rond 3 uur wakker en voelde iets warms langs mijn benen stromen. Ik had gelezen over zwangerschapsincontinentie en dacht dat ik in mijn bed had geplast. Slaperig rolde ik uit bed en de stroom werd heviger, ik was gelijk alert en ook wat nerveus. Daar stond ik in het donker terwijl zich een plas vormde rondom mijn voeten. Ik schreeuwde Maarten in paniek wakker dat er allemaal water uit mijn vagina stroomde. Vol ongeloof hebben we daar eerst een tijdje gestaan: wat nu? Het kwam zo onverwacht en we waren zeker nog niet klaar voor een bevalling. Hoeveel weken was ik ook alweer? Ik vergat het de hele tijd en was blijkbaar geen typische eerste moeder die het tot op de dag bijhield.

We belden de verloskundige op het mobiele nummer en toen veranderde de sfeer: “Je bent te vroeg Gaia. Ik ga bellen met het ziekenhuis dat je eraan komt want het is nu medisch. Pak maar een flinke koffer in want je gaat zeker een paar dagen niet naar huis.” Ik was 36 + 2 dagen.

Wat een pech, alsof die paar dagen zoveel verschil konden maken, maar protocol is protocol. In shock gleed ik uit over mijn eigen vruchtwater en kwam heel pijnlijk op mijn knieën terecht, ook dat nog! Alles ging in een vreemde waas: ik pakte mijn koffer in met een (achteraf) bedenkelijk assortiment kleding en verzorgingsproducten en bedacht – terwijl ik door het huis liep – dat dit de laatste keer was met een kindje in mijn buik. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen was het best spannend, de apparatuur werd aangesloten: daar gingen we de medische molen in. Ik kreeg drie dagen om een natuurlijke bevalling op gang te laten komen terwijl ze constant alles controleerden.

We leken wel “Bevalling & Co”, werkelijk alles probeerden we om de bevalling op gang te laten komen: diepe ontspanning, meditaties, bidden, massages, haptonomische oefeningen, ananas eten en aromatherapie. De weeën bleven constant komen en werden soms wat heviger, maar het zette helaas niet door tot enige ontsluiting. Ondanks al onze pogingen werd het oxytocine-infuus donderdagochtend om 07.00 uur ingebracht. Vanaf onze opname had ik geen nacht meer kunnen slapen en de drie dagen volop weeën zorgden ervoor dat ik mentaal en emotioneel volledig uitgeput aan de bevalling begon. De weeën werden al snel heviger en de tijd ertussen korter, maar helaas bleef ik op 3cm ontsluiting hangen en het was inmiddels al 17.00 uur. Ik kon toen niet meer en mijn lichaam ook niet. De arts bleef het infuus op een hogere stand zetten. Ik lag daar gevoelsmatig half te sterven, met weinig adempauze en ik raakte elke keer in paniek als het infuus weer omhoog werd gezet. Er zat uiteindelijk 1 minuut tussen de weeën en nog steeds te weinig ontsluiting. Het voelde zo onnatuurlijk en de pijn was niet meer te dragen.

Ik vroeg zelf uiteindelijk om een ruggenprik. Het is vreemd dat je zo ver van jezelf verwijderd raakt, want in het dagelijks leven voelde ik me al niet fijn bij een paracetamol. Toen ik aankwam bij de afdeling waar de ruggeprik gezet zou worden voelde ik me steeds slechter. Ik had het erg warm gekregen en het voelde alsof ik zou gaan flauwvallen. De weeën werden nog intenser omdat het infuus weer hoger was gezet. Ik moest stil zitten, voorover gebogen, terwijl inmiddels een weeënstorm door mijn lijf ging. Er zat geen tijd meer tussen de weeën om op adem te komen en ze op te kunnen vangen. De ruggenprik werd gezet en de verdoving stroomde langs mijn wervelkolom omlaag. Jammer genoeg alleen aan de rechterkant van mijn lichaam, waardoor het leek of dat alle pijn zich nu links centreerde. De ruggenprik moest daarom helaas opnieuw gezet worden. Op dat moment verloor ik de moed en mijn kracht, maar de weeënstorm ging genadeloos door. Achteraf gezien is dat het moment geweest dat ik uit mijn lichaam ben gegaan en als het ware toe ben gaan kijken.

De tweede prik duurde lang omdat de anesthesist moeite had de juiste plek te vinden. De verpleegkundige die mee was stond te praten met een collega en ze bespraken hun weekendplannen. Gelukkig werd zij ineens alert en merkte op dat dit niet normaal was en dat het infuus echt lager gezet moest worden. De anesthesist merkte ook op dat het niet goed was en blijkbaar was zijn woord nodig om het apparaat te bedienen. Eindelijk! Het infuus werd lager gezet en de ruggenprik verdoofde de tweede keer wel het gehele gebied, al voelde ik een bizarre pijn in mijn stuitje alsof mijn bekken aan het openbreken was. Ik bleef me heel warm en flauw voelen en toen mijn temperatuur bij terugkomst werd gemeten, bleek ik over de 40 graden koorts te hebben. Op dat moment brak de paniek uit en veranderde de sfeer. De gyneacoloog kwam binnen met een team van mensen. Ze vertelde me dat er nu wat nood was en dat ze een strak protocol gingen volgen voor mijn welzijn en dat van onze baby. Ik had blijkbaar in dat kleine uur bijna 10 cm ontsluiting gekregen en ik kreeg te horen dat ik een kwartier had om de baby eruit te persen via de natuurlijke weg.

De vacuümpomp kwam er aan te pas en de verloskundige ging met haar volle gewicht op mijn buik duwen tijdens de weeën. Ik kan me dit niet meer goed herinneren, alleen dat mijn navel zo ontzettend pijn deed. Achteraf bleek die gescheurd te zijn en zat er allemaal bloed. Er werd bloed geprikt van mij en ons zoontje en toen een rennende co-assistent terugkwam met de uitslag werd mijn bed snel naar de operatiekamer gereden voor een spoedkeizersnede. De persweeën gingen door want ze hadden het infuus weer omhooggegooid en ik voelde ons zoontje vastzitten in het geboortekanaal, terwijl mijn lichaam nog probeerde hem eruit te werken. Het deed veel pijn toen we met hoge vaart door het ziekenhuis heen reden, ik verlangde hevig naar nieuwe verdoving. Ik herinner me goed hoe ik naar de grond keek en me schrap zette bij elke deur, bocht en drempel, compleet machteloos en in volle surivival modus.

Van de keizersnede zelf weet ik niet veel meer, alleen het bizarre beeld van de operatie door een plastic raampje. Toen mijn zoontje eruit werd gehaald moest hij gelijk door naar de kinderarts. Ik riep tegen Maarten dat hij erachter aan moest gaan en hem aan moest raken.

Toen de placenta eruit werd gehaald vond ik het zo bizar, alles was zo surrealistisch. De gyneacoloog praatte met het operatieteam en ik herinner me dat ik een grapje maakte over een placenta smoothie maken. Helaas kon ons zoontje niet direct bij me liggen door alle lijnen maar werd wel bij me gebracht zodat ik hem kon bekijken en aanraken. De tranen stroomden over mijn wangen maar ik voelde weinig, de anesthesist aaide mijn wang. Ik zag mijn kindje en hij keek me met grote ogen aan, met een soort verbaasde uitdrukking.

Na de keizersnede duurde het een paar dagen voordat mijn koorts zakte. In het ziekenhuis kregen we amper rust, er piepte elk kwartier wel een ander apparaat bij mijn bed, en bij mijn ontslag had ik nog steeds niet kunnen slapen. Eenmaal thuisgekomen kreeg ik elke keer een ontsteking, vermoedelijk van mijn blaas. Deze bleef aanhouden en de antibiotica (drie kuren) die ik kreeg, hadden geen effect. De pijn die het veroorzaakte was behoorlijk hevig en ik zat elke keer huilend van de pijn op het toilet.

Even was er sprake van een terugkeer naar het ziekenhuis maar gelukkig bleek een hoge dosering vitamines gecombineerd met een cranio sacraal behandeling het meest effectief. Geen idee wat deze therapeut deed, maar na twee sessies voelde ik me fysiek uit de gevarenzone komen. Eindelijk kon ik gaan herstellen van deze bevalling en kon ons nieuwe leven gaan beginnen. Tenminste, dat dacht ik. Want dit verhaal zou nog een vervelend staartje krijgen….

 

Lees ook deel 1 van Gaia’s openhartige, ontroerende ervaringsverhaal: de zwangerschap.

Zondag volgt deel 3 van Gaia’s persoonlijke verhaal: ‘Na de geboorte

Liefde overwint.

Reageer op artikel:
Gaia’s bevallingsverhaal: ‘Ik gleed uit over mijn eigen vruchtwater’
Sluiten