Redactie
Redactie Gastblogger 29 jul 2019

5 x ongevraagd advies over borstvoeding (door Leonie Walvis)

Borstvoedingsmaffia krijg ik vaak als stempel. Ik noem het liever borstvoedingsmissionaris. Want wat gaan er toch een hoop onware verhalen over borstvoeding rond en wat worden jonge moeders (zelfs door professionals!) vaak verkeerd voorgelicht. Ik wilde zelf proberen 3 maanden borstvoeding te geven aan ons eerste kindje. Inmiddels heb ik mijn twee kinderen elk 16 maanden aan de borst gehad en ben ik niet alleen ervaringsdeskundige (pijn, productieproblemen, spruw, kloven, vaatkramp, tongriempjes, lipbandjes, borstontsteking, borst weigeren, bijten…) maar heb ik ook héél veel gelezen over borstvoeding. En al die kennis draag ik heel graag over.

 

Het belang van ongevraagd advies

Waarom ik het zo belangrijk vind om zelfs ongevraagd advies te geven? Als jonge (aanstaande) moeder kom je ineens voor enorm veel keuzes te staan. Zo besluit je dankzij reclame en een fijne verkoopster een veel te dure kinderwagen aan te schaffen en een wiegmatrasje dat meer kost dan je eigen matras. Voor borstvoeding bestaan geen enorme marketing- of voorlichtingscampagnes. In de borstvoedingsindustrie valt nou eenmaal niet veel te verdienen. Welke kinderwagen of wiegmatras je aanschaft, zijn beslissingen die wat pijn kunnen doen in de portemonnee maar verder maar weinig consequenties hebben. Anders is dat met de beslissingen die je neemt betreft de (op)voeding van je kindje. Natuurlijk neem je weloverwogen beslissingen die het beste bij jou en je kindje passen, maar dan moet je wél weten wat je keuzeopties zijn. Zo kun je denken dat je een fles ondersteboven in een baby moet stoppen omdat dat nou eenmaal het beeld is dat je krijgt als je om je heen kijkt en reclames ziet. Als je niet eens weet dat ‘paced bottle feeding’ bestaat, laat staan wat de grootste voordelen daarvan zijn, kun je hier ook niet voor kiezen. (En als je dat wel weet, en toch bottum up voedt, ook je goed recht. Jouw kind, jouw beslissing.) Maar daarom dus mijn ongevraagd advies. Om in elk geval goed geïnformeerd beslissingen te kunnen nemen. Juist ook die beslissingen die onomkeerbaar zijn.

 

Ongevraagd advies ter overdenking:

1. LAAT JE INFORMEREN.

Een goed begin is het halve werk. Ga tijdens je zwangerschap naar een informatiebijeenkomst van een IBCLC lactatiekundige*. Lees de site van La Leche League binnenstebuiten. Denk niet: dat komt wel tegen de tijd dat ik er iets mee moet. Je hebt dan echt nog 100 andere dingen aan je hoofd.

2. VOED OP VERZOEK, NIET OP DE KLOK.

Er zijn helaas maar weinig moeders bij wie de productie bij elke 3 uur 10 tot 15 minuten voeden voldoende op gang komt om een baby echt volledig te voeden. “Te weinig melk hebben” is dan ook heel vaak het resultaat van slecht beleid. Slechts 4 % van de moeders is lichamelijk niet in staat om genoeg melk te produceren om het kindje volledig aan de borst te voeden. Toch is het een van de meest genoemde redenen om vroegtijdig te stoppen met borstvoeding. Melk uit de borst laat zich slecht meten, je weet nooit precies hoeveel je baby binnenkrijgt. Het kan gebeuren dat je baby een keer maar een paar effectieve slokken binnenkrijgt bij een voeding. Geen probleem als hij na een uurtje als hij trek krijgt, weer mag drinken. Wél een probleem als hij volgens de klok dan toch echt nog 2 uur moet wachten… Voed op verzoek van je baby door zijn hongersignalen te leren herkennen (sabbel of zuigbewegingen, draaien met hoofd, handjes bewegen). Vertrouw er op dat je baby neemt wat hij nodig heeft en controleer dat door te kijken of hij de luiers goed volplast. Ook kun je een WHO groeicurve** bijhouden. Twijfel je of je baby honger heeft of niet? Lekker nog een keer aanleggen. Live uit de borst is de kans dat je je baby overvoedt echt bijna nul en borstvoeding is zoveel meer dan alleen voeding!

3. GEBRUIK ZO MIN MOGELIJK HULPMIDDELEN.

Het enige dat je écht nodig hebt als je borstvoeding wil geven, zijn een baby en borsten. En of die borsten nou enorm zijn en speenvormige tepels hebben, of heel klein met vlakke tepels, voeden kan bijna altijd zonder hulpmiddelen.

Tepelhoedje:

Het lijkt een quick fix bij tepelkloven maar kan juist extra problemen geven. Bijvoorbeeld daarna niet meer zonder hoedje kunnen drinken en moeders die afhankelijk zijn van een tepelhoedje, stoppen vaker voortijdig met voeden. Een baby neemt als het goed is een grote hap met de tepel maar ook een groot deel van het tepelhof. Als het aanhappen niet goed lukt, kunnen kloven ontstaan. Deze helen sneller met hydrogelpads maar het is vooral belangrijk om de oorzaak aan te pakken met hulp van een IBCLC lactatiekundige*.

Fles:

Het liefst vermijd je het geven van een fles de eerste weken omdat er speen/tepelverwarring kan ontstaan. De techniek van zuigen aan een fles is anders dan die van zuigen aan een borst. Dat laatste moet een baby de eerste weken nog leren en het gebruik van een fles kan dan verwarrend werken. Het liefst kolf je ook de eerste 5 weken niet om vraag en aanbod op elkaar te laten afstemmen. Is het nodig om je baby bij te voeden naast de live voedingen aan de borst? Zie punt 4.

Speen:

Fopspenen zijn gemaakt om de zuigbehoefte te stillen als de borst (even) geen optie is. Een handig hulpmiddel maar er kunnen ook nadelen aan kleven. Speen/tepelverwarring kan ontstaan. Ook kun je (ongemerkt) hongersignalen missen omdat je baby tevreden lijkt te sabbelen. Als daardoor minder voedingen gegeven worden, krijgt je baby minder melk binnen en groeit hij minder goed dan zou moeten. Lees je in over de voor- en nadelen vóór je er aan begint.

Voedingskussen:

De meeste vrouwen kunnen ook goed (vaak zelfs beter) voeden zonder voedingskussen. Het huid op huid contact met je baby is heel belangrijk (ook voor je productie) en een voedingskussen zit daarbij alleen maar in de weg. Erg fijn dat je dat enorme ding dan niet mee hoeft te zeulen als je een keer een dagje op pad gaat. Niet getreurd als je er al één gekocht hebt: Het ding is wel fantastisch om mee te slapen tijdens je zwangerschap en daarna om achter je net-kunnen-zittende-baby te leggen als valbeveiliging.

4. ALLEEN BIJVOEDEN ALS HET NIET ANDERS KAN.

En dan bedoel ik dus géén extra voeding geven zo lang dat medisch verantwoord is. Als bloedsuikers te laag worden, je baby niet plast of teveel afvalt, moet hij natuurlijk wél bijvoeding krijgen. Je kunt overwegen om dan donormelk te gebruiken. Zelfs een klein beetje kunstvoeding verandert de darmflora van je baby. Een veranderde darmflora is natuurlijk altijd nog beter dan wat er kan gebeuren als je niet bijvoedt. Overleg als bijvoeden nodig is met een IBCLC lactatiekundige* op welke manier dit het beste kan. Met de fles, door middel van vingervoeden of een borstvoedingshulpset.

Je kunt willen voeden met afgekolfde melk omdat je dan zekerheid hebt over hoeveel er in gaat. Maar kolven en flesjes geven en alles moeten schoonmaken is echt driedubbel werk. En de kans is groot dat je niet meteen een enorme hoeveelheid kolft en dat je daar alleen maar onnodig onzekerder van wordt. Vertrouw op je lijf en je kindje en voed live uit de borst.

Je kunt willen bijvoeden om zelf rust te krijgen. “Laat de vader ‘s nachts een flesje geven, dan kun je zelf lekker een nachtje goed slapen”. Helaas. Als je ‘s nachts niet voedt, zal je moeten kolven. En dat is veel arbeidsintensiever dan voeden. Als je het al een nacht redt zonder te ontploffen en te overstromen, is het niet bevorderlijk voor je productie. Slapen wanneer je baby slaapt, veilig samen slapen en vooral het huishouden uit handen geven, kunnen helpen om genoeg rust te krijgen.

Bijvoeden door je partner zodat die ook een goede band met jullie kindje krijgt? Dat kan ook door de baby te verschonen, in bad te doen, huid op huid te knuffelen. Daar is echt geen flesje voor nodig.

5. ZORG VOOR EEN BORSTVOEDINGSVRIENDELIJK NETWERK.

Zoek tijdens je zwangerschap al naar een fijne IBCLC lactatiekundige bij jou in de buurt en schroom niet haar ook een bericht te sturen of te bellen zodra het even tegen zit. Echt, (erger) voorkomen is beter dan genezen. Vind andere (lang)voedende moeders voor ondersteuning en gezelligheid. Tijdens een informatiebijeenkomst over borstvoeding maar zeker ook bij een borstvoedingscafé in je buurt of als dat er allemaal niet is, online. Maar je hebt een netwerk nodig voor steun als het tegenzit en om je mijlpalen mee te vieren. Want borstvoeding geven kan zwaar zijn en voelen als heel hard werken maar het is ook het beste dat je je kindje kunt geven en op veel momenten het allermooiste dat er is.

Sla al mijn adviezen in de wind, of doe er wel iets mee. Jouw keuze. Maar dan wel een goed geïnformeerde keuze.

 

* De afkorting IBCLC (International Board of Certified Lactation Consultants) is belangrijk als je op zoek gaat naar een lactatiekundige. Helaas is ‘lactatiekundige’ geen beschermde titel en kan iedereen zich zo noemen. IBCLC ben je alleen met een diploma van de erkende opleiding. (Waar je zelfs pas aan mag beginnen als je al een medische studie afgerond hebt!)

** Zet de gewichten van je baby het liefst in een WHO curve. Die van het consultatiebureau gaat alleen uit van Nederlandse kinderen. Daarvan wordt de meerderheid met kunstvoeding gevoed en die baby’s groeien anders dan borst gevoede baby’s.

Reageer op artikel:
5 x ongevraagd advies over borstvoeding (door Leonie Walvis)
Sluiten