Terrible twos

De tijd dat ik dacht dat ik mijn vierde kind er easy bij kon hebben is voorbij. Ik was weer even vergeten dat er ook zoiets bestond als de TERRIBLE TWO.

Mijn makkelijk, brave baby die een relaxte dreumes werd heeft zich ontpopt tot een monstertje. Dit is geen handenbindertje te noemen, maar eerder een handen-, voeten- , oor-, mond- allesbindertje. Iedere seconde van de dag wijst haar naar iets en schreeuwt er iets onverstaanbaars bij. Als datgene – en dan moet je maar mazzel hebben dat je het juiste pakt – niet direct aan hem wordt gegeven, heb je kans dat je wordt verrast met een woedeaanval. Hij gaat gillen, schoppen, slaan en roept vooral heel veel ‘au’ en ‘pijn’. Best grappig, want niemand raakt hem met een vinger aan. Negeren is alleen voor doven of slechthorenden een optie. Wat er uit zijn mond komt is echt verschrikkelijk, je krijgt er letterlijk koppijn van en een automatische reactie is om dit te stoppen en hem dus zijn zin te geven. Niet handig, maar soms kies ik voor de makkelijke weg, wetende dat hij nu weet hoe hij het de volgende keer moet aanpakken. Precies, op deze manier dus 😉

Een woedeaanval kan trouwens door het minste geringste ontstaan: een verkeerde bordje pakken, de boterham verkeerd snijden of tijdens het fietsen naar links gaan in plaats van naar rechts kunnen al de trigger zijn. Maar ook het aantrekken van een jas zijn hier momenteel aanleidingen voor een woedeaanval op de grond. Het vervelende is dat de vriendjes en vriendinnetjes van zijn grote broer en zussen dit hilarisch vinden, dus hij krijgt er bijna nog applaus voor.

Toen hij vorige week van mij niet met een stift mocht rondlopen en ik hem vroeg de stift aan mama te geven, rende hij naar de muur en tekende er snel wat op. Puur om mij dwars te zitten. Ik had ‘m bijna op marktplaats gezet. Maar toch presteert hij het om vervolgens mij met het liefste smoeltje aan te kijken en te zeggen ‘Orry mama’.

Tja, als ik naar mijn oudere kinderen kijk weet ik dat het goed komt, het gaat over. Ik zal nog even een paar maanden op mijn hoede moeten zijn als ik een verkeerd bordje pak, want je kunt er vanuit gaan dat je die naar je toe gesmeten krijgt. Ook zal ik me er op voorbereiden dat hij de komende maanden het woordje ‘ja’ weinig zal gebruiken en ik op alles ‘nee’ te horen krijg. Dat ik al mijn spierballen moet gebruiken om hem in zijn autostoeltje te zetten, dat hij terwijl het buiten vriest weigert een jas aan te trekken, hij mijn met-liefde-gekookte maaltje op de grond gooit en ga zo maar door.

Toch maakt hij alles in een keer goed als ik naar een feestje ga en hij zegt: ‘wooooow, mama mooi’. Dan eet ik hem op en koester ik deze vermoeiende, maar oh zo schattige peuterpubertijd!

Reageer op artikel:
Terrible twos
Sluiten