Zo maak je van je kind een optimist

Zo maak je van je kind een optimist

Geef toe: we worden allemaal blijer van iemand bij wie het glas halfvol is dan van iemand bij wie het glas altijd halfleeg is. Toch? En niet alleen worden mensen gelukkiger van een optimist in hun omgeving, voor de optimist zelf heeft een positieve instelling ook zo z’n voordelen, zowel op mentaal als op lichamelijk vlak.

Als ouders hebben wij de macht in handen om van onze kinderen rasoptimisten te maken. En dat kost zelfs helemaal geen (okay: relatief weinig) moeite!
We hebben 6 tips voor je om een super-positief, lekker in z’n vel zittend kind vol zelfvertrouwen te ‘creëren’.

1. ‘Een betere wereld, begint bij jezelf’ 😉 Geef je kind het goede voorbeeld en stop met klagen. En als je al iets te klagen hebt, doe het dan in jezelf. Niets zo makkelijk om je kind deelgenoot te maken van al je frustraties (weten we uit ervaring): lekker schelden in het verkeer, vloeken als er iets mis gaat of een goede roddel kan zo lekker opluchten. Maar vanaf nu doe je dat in je hoofd, tegen jezelf. Alleen als je bijna gaat fluiten doordat je een kookpunt bereikt mag je je frustraties uiten, maar dan alleen als je kind buiten gehoorafstand is.
2. De navelstreng – we hebben het over de figuurlijke variant – moet los! Het is heel goed en gezond om je kind af en toe eens op z’n smoel te laten gaan: letterlijk en figuurlijk. Ze kunnen heel goed tegen een stootje en ook teleurstellingen zijn noodzakelijk voor de vorming. Dus wees niet overbeschermend. Kinderen moeten juist van hun fouten leren. Onnodig te zeggen dat dit wel binnen de grenzen moet blijven van wat veilig is natuurlijk.
3. Is er een akkefietje tussen jouw kind en een ander dan ben je al snel geneigd om in te grijpen, zeker als je het idee hebt dat je kind onrecht is aangedaan. Hoewel het waarschijnlijk tegen je gevoel ingaat, moet je dat juist níet doen. Beter kun je met je kind overleggen hoe het beste gereageerd kan worden mocht de situatie zich nog een keer voordoen. Zo is je kind bij voorbaat al gesterkt en beter opgewassen tegen incidenten, maar je zult ook zien dat de situatie zich vaak vanzelf weer oplost (en dat jouw moederhart wat sneller is geraakt dan het hart van je kind).
4. Hou het realistisch. Geen beloftes maken die niet waargemaakt kunnen worden (daar zijn ze dan weer gewiekst genoeg voor om doorheen te prikken) en beter niet in superlatieven praten (dát kunnen ze dan weer niet goed relativeren). Dus niet ‘Je wordt later vast wereldkampioen veters strikken’, maar ‘Als je nog even oefent, heb je straks binnen 10 tellen je veters gestrikt’.
5. Vinden ze iets lastig, moeilijk of stom, of vinden ze zichzelf dom, spreek dat dan niet volmondig tegen maar probeer dat wat ze zeggen in een ander perspectief te plaatsen of naar iets positiefs te buigen. ‘Nee je bent niet dom, maar alles wat je voor het eerst doet is gewoon moeilijk. Als je een beetje meer oefent, dan kun je het straks net zo goed als alle anderen’. Zoiets. Geef hoop, refereer naar iets dat ze vroeger ook niet konden of leuk vonden, maar wat nu een eitje is.
6. De lat mag best hoog liggen en geef taken. Maak er bijvoorbeeld routine van dat ze helpen met de tafel dekken of opruimen, laat ze hun eigen kamer of rommel opruimen, leer ze dat ze iedere ochtend en avond uit zichzelf tanden moeten poetsen, hun jas netjes aan de kapstok moeten hangen… dat soort dingen. Ze krijgen hierdoor verantwoordelijkheidsgevoel. Daarbij komt dat grenzen en regels een gevoel van veiligheid geven. Plus, ze zullen trots zijn op hun eigen prestaties. En, last but not least: het neemt jou wat werk uit handen.

… Dit gezegd en geschreven hebbende daalt het besef in: ik moet hier thuis het roer drastisch omgooien.

 

En soms hoef je er als ouder niet eens zo gek veel voor te doen en komt het vanzelf goed met je kind: Middelste kinderen worden het meest succesvol

Reageer op artikel:
Zo maak je van je kind een optimist
Sluiten