Wat moet je juist wel en juist niet tegen een kind zeggen?

Wat moet je juist wel en juist niet tegen een kind zeggen?

Als ouders maken we nog wel eens de fout om op een niet helemaal juiste manier tegen een kind te praten. Dan hebben we het niet over een gek, hoog, golvend, kinderlijk stemmetje opzetten wanneer je tegen een kind praat (dat moet sowieso afgeschaft worden). Ook niet over werkwoorden verbasteren omdat kinderen dat nou eenmaal doen (het zijn kinderen, zíj worden nog niet geacht de taal onder de knie te hebben). We hebben het dan over het inhoudelijke component, alsof we tegen een volwassene praten.

We gaan er bij kinderen vanuit dat zij onze – soms inderdaad wat – vage begrippen of teksten begrijpen, terwijl ze eigenlijk nog geen idee hebben van wat we nou eigenlijk bedoelen. Hoewel we het over het algemeen zo goed bedoelen, kunnen sommige dingen op een heel andere manier vertaald worden in kinderhoofdjes. Geen idee waar we het over hebben? We hebben een rijtje opgesteld. Een rijtje met do’s en don’ts, om je meer inzicht te geven.

DON’T: “Wat ben je knap!”
… Veel te vaag en oppervlakkig.
DO: “Wat ben je zorgzaam/lief/grappig.” of “Wat kun je goed helpen!”.
Maak het concreet, dan weten ze precies wat je bedoelt, groeit hun zelfvertrouwen en zullen ze het gewenste gedrag vaker vertonen.

DON’T: “Wat een mooie tekening!”
… Ook te vaag.
DO: “Wat een mooie kleuren heb je gebruikt.” of “Wat heb je netjes binnen de lijntjes gekleurd.” of “Wat goed dat je de nagels/wimpers/neusgaten (details) ook hebt getekend.”

DON’T: “Snel, we hebben haast, opschieten!”
… Ze zullen geen idee hebben waar deze haast en stress ineens vandaan komt en verwacht dus niet teveel begrip als ze hun kont in de krib gooien. Zeker als ze net met iets leuks bezig waren. Beter bereid je ze van tevoren voor op wat er komen gaat.
DO: “Als je klaar bent met de puzzel/tekening/bouwcreatie dan moeten we boodschappen doen.”

DON’T: “Nu even niet, ik ben druk.”
… “En jij niet belangrijk.”, dat is wat een kind verstaat.
DO: “Ik maak even dit klusje af en dan heb ik alle aandacht voor jou, okay?”

DON’T: “Daar ben jij nog te klein/jong voor.”
… Je geeft het kind zo niet eens de kans om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Teleurstellingen zijn juist goed en hartstikke noodzakelijk voor een goede sociale ontwikkeling, dus laat ze zo af en toe maar eens op hun smoeltje gaan (mits er geen gevaar in het spel is natuurlijk!).
DO: “Probeer het maar.”

DON’T: “Waarom???”
… Een van de meest gestelde vragen als een kind iets heeft gedaan waar jij met je hoofd niet bij kunt. Het kind zal dichtslaan, waarschijnlijk niet eens kunnen verwoorden waarom, of juist denken “Ja duh, omdat ik het leuk vond natuurlijk!?”
DO: Gewoon op de man af zeggen waar het op staat. “Ik wil niet meer dat je aan de prullenbak likt, dat is vies en daar kun je ziek van worden.”

DON’T: “Neem een voorbeeld aan je broertje of zusje.”
… Je kind zal denken dat hij minder waard is dan het broertje of zusje.
DO: Het broertje of zusje complimenteren met zijn of haar goede gedrag, dan zal het goede gedrag gekopieerd worden door de anderen, want die willen datzelfde complimentje ook wel eens ontvangen.

DON’T: “Pas op, anders word ik giftig!”
… Je kind zal serieus denken dat je een of ander gevaarlijk beest bent dat gif kan spuiten. En dat wil je niet.
DO: “Ik word hier zo boos om. Ik wil niet dat je op de muren tekent. Wil je kleuren, dan krijg je een papier van me en mag je daar op tekenen.”

DON’T: “Niet huilen!”
… Tuurlijk mag een kind emoties tonen. Alleen, als het een te dramatisch tafereel dreigt te worden dan moet er ‘ingegrepen’ worden.
DO: “Ik begrijp je verdriet/teleurstelling/angst, maar kun je uitleggen waarom je nu moet huilen? Dan kunnen we samen een oplossing bedenken.”

En dit alles in een ideale wereld, begrijpen wij ook wel (de blog Mama’s onliners is er het levende bewijs van). Want wat is er nou lekkerder dan heel hard “WAAROM?” roepen als je kind weer een rare uitspatting heeft gehad? En ‘haast’, daar hebben we toch met z’n allen chronisch last van?
Maar goed. Mocht je je in één van bovenstaande situaties begeven, kun je wellicht nog eens terugdenken aan deze ‘wijsheden’ en ze eventueel zelfs toepassen. Alle beetjes helpen.

Reageer op artikel:
Wat moet je juist wel en juist niet tegen een kind zeggen?
Sluiten