Kinderen: verwachting versus realiteit

Voordat mijn man en ik überhaupt over kinderen nadachten was ik – met de wetenschap van nu – zo bleu als maar zijn kan: kinderen zou je krijgen op het moment dat het je ‘schikt’ en als ze er zijn is het alleen maar lachen, gieren, knuffelen. Onwetend dus.

Zo had ik alleen al ‘zwanger worden’ zwaar onderschat. Naïef maar waar, dacht ik dat dit klusje binnen een maand of 2,3 wel gepiept zou zijn. Dat dit niet voor iedereen vanzelfsprekend is, kwam niet eens in me op. Nou mag ik echt niet klagen, maar dat zwanger worden weinig te doen heeft met enige vorm van romantiek, en ook een moeizaam en verdrietig proces kan zijn, is me inmiddels pijnlijk duidelijk geworden.

Als mannen zwanger zouden zijn, zou de wereld er zo uitzien:

Toen ik eenmaal zwanger was, zei mijn oudere – ervaren – zus: ‘Gefeliciteerd! Vanaf nu is je zorgeloze leven voorbij.’ En ik vrees dat ze best een beetje gelijk heeft gekregen. Control freak als ik ben en met de ervaring van een miskraam, kon ik het maar moeilijk hebben dat ik niet in de hand had wat er ín mijn buik gebeurde. En dat wat ik wel kon beïnvloeden, werd tot in het obsessieve af doorgevoerd: druiven werden één voor één gewassen en gepolijst, 100 gram gerookte zalm per dag want daar krijg je slimme kinderen van (en ik hield niet eens van gerookte zalm), op mijn linkerzij slapen want dat is beter voor de bloeddoorstroming naar de placenta….

Toen was de eerste daar. Ik geloof dat ik de eerste 3 maanden 10 keer bij de huisartsenpost heb gezeten, ook midden in de nacht. Vanwege een ‘rare’ ademhaling (niets aan de hand natuurlijk, alle kersverse baby’tjes ademen wel eens onregelmatig), te rood/wit/paars of gelig kleurtje (waarschijnlijk meer het gevolg van verlichting in huis dan dat het iets met de gezondheid van mijn kind te maken had), thermometer waarvan het stalen uiteinde in de kont bleef steken (dat was dan wel een beetje ongemakkelijk inderdaad). Et cetera.

Nu zijn we 3 kinderen verder, en heb ik het nog niet eens over de opvoedingsperikelen gehad. Hoef ik het ook niet over te hebben, want de verticale strepen tussen mijn wenkbrauwen en de horizontale lijnen in mijn voorhoofd spreken voor zich.

Hoe negatief dit alles ook mag klinken: ze zijn het dubbel en dwars waard. De zorgelijke momenten vallen in het niet bij de allesoverweldigende geluksmomenten. De momenten waarop je denkt ‘Volgens mij doen wij het als ouders zo slecht nog niet!’.

Zo was ik laatst met mijn oudste in de dierentuin. Wankelend over een paar rotsen zei hij ‘Mam, geef me je hand maar, dan help ik je veilig naar beneden komen’… hij is 9, maar zijn charme blijkt al goed ontwikkeld. De juf van mijn middelste, 7 jaar, vertelde me dat hij in de klas zonder gêne had gezegd dat hij gewoon alleen maar heel erg verliefd is op zijn moeder, die was de allerliefste. Of de jongste, 4 jaar, die steevast netjes ‘dankjewel’ zegt als je hem iets geeft (al is het een opvoedkundige preek).

Dat zijn de momenten waarop je even vergeet dat kinderen groot brengen een behoorlijk zware baan is. Het zijn de momenten die me doen beseffen dat ik mijn ‘strepen’ dubbel én dwars, letterlijk én figuurlijk heb verdiend.

 

Niet alleen ouders hebben zo hun zorgen en dingetjes, peuters ook! Lees maar mee: Peuterproblemen!

Eerste keren van je kind die je als moeder een traantje doen wegpinken

Reageer op artikel:
Kinderen: verwachting versus realiteit
Sluiten