Je vagina is een bloem

“Je vagina is een bloem.”

Pardon? Say what?

 

Ik sta in een zweterig zaaltje voor mijn allereerste proefles zwangerschapsyoga. Aan de muren hangen afbeeldingen van kunstzinnig gefotografeerde buiken vol striae en dwarsdoorsnedes van baby’s. Het ruikt er naar voeten.

 

Ik geloof dat mijn mond een beetje openstaat terwijl ik onbeleefd lang naar Agnes, de lerares, sta te staren. Ze is gehuld in een adequaat yoga-uniform; flodderbroek, Oosterse print op haar shirt, blote voeten die, aan de eeltlagen te zien, vaak onbeschermd buiten lopen.

Ze draagt een bril waarmee ze haar deelneemsters empathisch aankijkt en heeft een ongezellig kapsel van woeste, zwart met grijs doorschoten krullen. Volgens mij knipt ze het zelf.

 

Ik heb mezelf nog nét in mijn sportbroek weten te persen. Ik pas verder alleen nog maar teenslippers, waarvan de afdrukken zich in het opgezwollen vlees van mijn blote voeten hebben genesteld en ook nu nog duidelijk zichtbaar zijn. Het is warm. Had ik al gezegd dat het er naar voeten ruikt?

 

Ik kijk om me heen. Ik word omringd door aanstaande moeders met een hemelse blik in hun ogen. Hun handen aaien simultaan liefdevol over de buikoppervlakken.

Mijn vagina heeft in de loop der jaren verschillende koosnaampjes mogen dragen.

‘Bloem’ was er daar echter nooit een van.

Er is niemand, echt niemand van de andere deelneemsters met wie ik een blik van verstandhouding heb kunnen uitwisselen. Sterker nog, kennelijk vindt de rest van het groepje wél dat hun edele delen tot het plantenrijk behoren.

Ik heb zin in wijn, wat ik niet mag hebben. Ik begin me met de minuut ongelukkiger te voelen.

 

“Je vagina is een bloem,” vervolgt Agnes te sereen. Ze zei het dus echt.

“Sluit je ogen, daal af naar je zevende chakra en keer jezelf naar binnen.”

Ik heb absoluut zin om af te dalen. Het zaaltje uit. De trap af. Linea recta naar de McDonalds voor een trog kipnuggets waar ik de laatste tijd zo aan verslaafd ben.

Nee, roep ik mezelf tot de orde. Yoga is goed. Yoga is heilzaam. We willen goed en heilzaam zijn, toch? Voor de baby?

 

Ik weet alleen even niet precies waar mijn zevende chakra zit, laat staan hoe ik mezelf ernaar moet laten afdalen. Dan knijp ik mijn ogen maar dicht en gluur door mijn wimpers heen naar wat de rest aan het doen is. Nog steeds liefdevol aan ‘t aaien. Check.

Ik geef Agnes nog een kans, die ze met beide handen aangrijpt.

“Open nu je baarmoeder!

Ze heft haar handen ten hemel en roept op dwingende toon: “Open nu je baarmoeder! Glimlach naar je kind! Laat de zon schijnen achter je navel!”

Sodeju. Het klinkt gewoon een beetje dreigend.

Ik kan er niets aan doen, maar ik voel een onbehoorlijk harde lach opkomen. Net als vroeger bij de wiskundeles is inhouden geen optie. Ik proest zacht en maskeer dit met een geluid dat het midden houdt tussen een kuch en een soort geknor. Mijn sluitspier is helaas al een tijdje buiten werking en door de plotselinge beweging plas ik een beetje.

Gadver. Ook dat nog.

 

Agnes loopt voorbij en legt zacht haar klamme hand op mijn schouder. Ik voel de vochtige warmte ervan door mijn shirt dringen en moet mezelf bedwingen de hand niet af te schudden. Ik wil niet zomaar door iedereen worden aangeraakt, maar ik wil ook niet onaardig overkomen, dus laat ik haar maar toe in mijn aura.

 

“Gaat het?” vraagt ze empathisch, haar gezicht veel te dichtbij dat van mij.

Haar adem ruikt naar linksgedraaide yak-yoghurt.

“Hmhm,” doe ik zachtjes, hou dan demonstratief mijn mond en probeer uit te stralen dat ik de rest van de groep niet wil verstoren bij het openen van hun baarmoeder. Ik ben nog maar zes maanden zwanger. Mijn baarmoeder blijft voorlopig nog even lekker dicht.

 

Achteraf vraag ik mezelf ook af waarom ik niet gewoon ben opgestaan en weggegaan. Sorry, ik ga, dit is mijn ding niet, ik peer ‘m, de mazzel.

Van mijn vriendin Sanne had ik gehoord hoe heilzaam yoga moest zijn, dus is dit eigenlijk allemaal haar schuld.

Die avond bel ik op om verhaal te halen. Ze komt direct langs.

 

Ze heeft wijn voor zichzelf meegenomen en nestelt zich knus op mijn bank. Ik zit met lange tanden aan mijn zoveelste groene thee van die dag.

Al bij de vagina-is-bloem-stelling hangt ze hikkend van het lachen over de leuning. “Wat een gelul,” weet ze uit te brengen. “Wat deed je daar in vredesnaam?”

“Wat ik daar deed?” zeg ik verontwaardigd, “JIJ zei me naar yoga te gaan. Dat dat zo heilzaam en zo goed is voor de vrucht enzo.”

Ik sla een handvol borrelnootjes achterover en woest kauwend vervolg ik: “Het if duf eigenlijk gewoon jouw fchuld, Fanne.”

Komt het nog goed met mijn vagina?

Ze lacht nog harder. Als ze bijkomt pakt ze haar iPhone, zoekt met vlugge vingers iets op en toont me een internetpagina.

Ik knijp mijn ogen een beetje samen en kijk naar een frisse website met heldere kleuren en overzichtelijke informatie. Zwangerschapsyoga van ene Monique Prins.

“Daar moet je heen,” zegt Sanne stellig.

 

Sanne is zelf nog nooit zwanger geweest en daarom durft ze het aan om ook een handje nootjes uit mijn bakje te nemen. Gelukkig staat de zak binnen handbereik.

“Monique is mijn buurvrouw,” vertelt ze. “Gewoon, normaal, lief, kundig…” ze slikt een slok wijn door (zij wel), “en ze is down to earth.”

 

Ik besluit de buurvrouw van mijn vriendin het voordeel van de twijfel te geven en maak de volgende dag een afspraak.

Eerlijk is eerlijk, ik had geen betere beslissing kunnen nemen. Monique is inderdaad kundig, lief en down to earth, precies zoals Sanne had gezegd. Ze praat op normale toon en haar frisse praktijk aan huis ruikt hooguit lichtjes naar wierook. Niet naar voeten.

Ze leert mij en mijn medecursisten niet alleen om tot rust te komen, goed adem te halen en weeën weg te puffen, ze neemt ook de vele praktische zaken die gepaard gaan met het krijgen van een baby met ons door.

Ze drukt ons op het hart om weerbaar te zijn, voor onszelf op te komen, ons niet gek te laten maken. Ook al vindt straks iedereen, moeders, schoonmoeders, kraamverzorgsters, consultatiebureaus, dat zij het beter weten dan wij.

Net zoals met alles in het leven zijn ook yogaleraressen er in allerlei soorten en maten. Het is dan ook zaak om goed te voelen wat bij je past, wat je aanspreekt, en naar dat gevoel te luisteren.

 

Want ontspannen, onder leiding van zo’n woekerend-beenhaar-type, terwijl ik visualiseer hoe mijn vagina in een vaas op de eetkamertafel staat, dat ging mij dus gewoon echt niet lukken.

Oost-Indisch blind én doof

Reageer op artikel:
Je vagina is een bloem
Sluiten