De bevalling van Noortje

Ik zag mezelf liggen van boven.

Eigenlijk verliep alles best vlotjes. Nadat de beste vriend van mijn man ’s avonds de deur uitging kwam mijn man nog niet naast me liggen of ik kreeg mijn eerste ‘steek’ in m’n zij. Tijdens een concert van Frans Bauer op tv gingen deze ‘steken’ langzaam over in ‘krampen’ en toen ik de altijd positieve Frans niet meer kon luchten of zien togen we vol goede moed naar het ziekenhuis. Waar ik thuis nog steeds heftigere weeën leek te krijgen, leken deze in de auto ineens af te nemen. Sterker nog, eenmaal aangekomen in het ziekenhuis was er in geen velden of wegen meer een wee te bekennen?! Ik schaamde mij kapot en biechtte tegen de verloskundige dat ik toch écht behoorlijke en regelmatige weeën had gehad voordat we in de auto waren gestapt. Ze grapte dat dit vaker voorkwam en dat bij dieren wanneer ze moeten vluchten (lees: naar het ziekenhuis rijden) de weeën ook stoppen, dus ze garandeerde mij dat die weeën weer terug zouden komen zodra ik rustig in mijn bedje zou gaan liggen. Niets was minder waar! Nadat ik me in mijn blote billen in een oud overhemd van m’n man had gehesen en op het bed was gaan liggen kwamen de weeën weer terug, in volle vaart. Niet alleen buikweeën, deze kwamen samen met rugweeën en beenweeën en wisselden elkaar in willekeurige volgorde af! Een zogenaamde weeënstorm! Ik smeekte de gynaecologe om pijnstilling, ‘Doe iets!’ riep ik. Achteraf zou ik liever voor geen, of een ander middel gekozen hebben, maar dat had te maken met mijn onkunde op het gebied van bevallingen. De gynaecologe dacht mij waarschijnlijk te helpen dus zij besloot me pethidine te geven. Pethidine is een morfine-achtige stof. Ofwel nogal een heftige pijnstiller. Het is pijnstillend en ontspannend, maar verdooft niet helemaal. De pijn wordt dus afgezwakt, maar verdwijnt niet volledig. Het middel werkt binnen een kwartier tot een half uur en is twee tot vier uur werkzaam. Heerlijk, hoor ik je denken? Dat leek het ook, ware het niet dat ik ging trippen… zo erg dat ik uit m’n lichaam leek te treden en de woedende gynaecologe – die ik wel zag daar ergens beneden, maar niet echt hoorde – volledig negeerde en dus kroop ik letterlijk weg naar boven in plaats van ‘in de weeën’ te blijven. Zij en m’n man moesten me toeschreeuwen, aan m’n benen trekken en ‘wakker slaan’ omdat inmiddels de pethidine ook m’n dochter in wording had bereikt, dus ook zij ging trippen en haar hartslag zakte bij iedere wee helemaal weg. Dikke paniek. En ik? Ik had niets in de gaten… Uiteindelijk, omdat ik niet goed meewerkte en m’n dochter vast zat in het geboortekanaal, moest ze grove maatregelen treffen en werd de vacuümpomp aangesloten op het hoofdje van m’n dochter. Tegelijk met een flinke knip – een winkelhaak van 5 cm m’n dijbeen in – hing ze met haar gewicht aan de pomp en ‘plop’ of iets dergelijks, daar was ze…
Zou ik het overdoen? Ja meteen! Zou ik weer pethidine nemen? Nooit meer!

Reageer op artikel:
De bevalling van Noortje
Sluiten