De bevalling van Fleurine

Dinsdag 19 juni 2007, ik weet het nog als de dag van gisteren… Omdat ik een eigen zaak had toen ik zwanger werd van mijn eerste kindje, heb ik eigenlijk gewoon 9 maanden doorgewerkt. Natuurlijk nam ik thuis wat meer m’n rust maar ik werkte wel gewoon door. De eerste dag dat ik thuis bleef, omdat ik me niet zo lekker voelde, was maandag 18 juni.

Het was bloedheet, de mussen vielen van het dak. Aan het einde van de ochtend besloot ik om lekker op de bank te gaan liggen om een filmpje te gaan kijken. Ik moest meer rust nemen van de verloskundige dus 1,5 uur liggen kon geen kwaad. Op de een of andere manier was de Gladiator dit keer veel heftiger dan normaal en de muziek kwam harder binnen. Na anderhalf uur keihard huilen was ik blij dat hij was afgelopen en dat de deurbel ging. Mn schoonmoeder stond op de stoep met tompoezen, heerlijk! Niet wetende dat die tompouce het laatste was wat ik zou eten die dag… We zaten lekker even in de tuin. Wel vreemd dat die vogels boven mij zo bleven cirkelen in de lucht. Er stond iets te gebeuren, alleen had ik dat toen nog niet in de gaten.

Toen mijn schoonmoeder weer naar huis wilde gaan, bood ze aan onze teckel mee te nemen. Daar was ik verschrikkelijk blij mee. Ik kon hem, door m’n bekkeninstabiliteit, haast niet meer uitlaten. Daarbij maakte ik me ernstig zorgen over wat we met hem moesten doen als ik naar het ziekenhuis ging om te bevallen. Je begrijpt dat onze teckel eigenlijk mijn eerste kind is.

De dag ging langzaam verder. Was dit het moment waarop ik de tas moest gaan vullen voor naar het ziekenhuis? Nee, natuurlijk niet. Dat zou ik wel gaan doen als ik langzaamaan weeën zou krijgen, dan zou ik wat afleiding hebben. Mijn man kwam thuis en omdat ik me niet zo lekker voelde, moest hij maar alleen gaan eten. Ik had niet zo’n honger.

Om ongeveer 23:00 uur zei ik tegen mijn man dat hij de verloskundige moest gaan bellen. Het rommelde wat en ik vermoedde dat er wat ging gebeuren. Ze was bezig met een andere bevalling dus het duurder iets langer voordat ze er was. Af en toe stopte ik met praten omdat ik me dan even moest concentreren op m’n ademhaling. Ik begon ondertussen wel al wat te voelen. Toen de verloskundige was aangekomen zei ze dat ik 3 cm ontsluiting had. Ze vond me erg rustig. Ze had vaker vrouwen meegemaakt die in dit stadium al in de gordijnen hingen. Ze vertelde verder dat het nog een aantal uur zou gaan duren voordat we naar het ziekenhuis zouden gaan, waarschijnlijk tegen een uurtje of 05:00-06:00. Ik wilde graag in bad, dat was geen enkel probleem zei ze. En ze ging weer.

Nu was dus hèt moment aangebroken om eens lekker in bad te gaan en te gaan genieten van de televisie die ik speciaal voor dit moment had laten ophangen. Ik was zwanger toen we ons huis kochten en ik zag het al helemaal voor me om relaxed te gaan badderen tijdens mijn bevalling. De tv is niet aangegaan. Ik lag in bad en ik merkte dat ik me echt moest gaan concentreren op m’n weeën. Dit deed eigenlijk best zeer en waar waren de momenten tussen de weeën om op adem te komen? Ik weet niet meer precies hoeveel later mijn man even kwam kijken hoe het ging, toen hij mij op de vloer in de badkamer vond. Ik kon niet meer hardop praten, moest die weeën maar opvangen en kreeg geen rust meer tussendoor. Bel de verloskundige, fluisterde ik. Ik hoorde m’n man zeggen aan de telefoon, ze ligt op de grond, bloot.

Een andere verloskundige kwam eraan, omdat de verloskundige van vanavond nog bezig was met iemand anders. Ik was zó blij toen ik haar hoorde! Waar is die ruggenprik, schreeuwde ik, ik moét een ruggenprik! Ik ga dood! Waar is die ruggenprik!!

Ik was ondertussen niet meer zo in mezelf gekeerd en dreunde maar heen en weer op de overloop, nog steeds bloot. Grappig eigenlijk dat ik me weken druk had gemaakt over wat ik aan moest tijdens mijn bevalling en nu kon het me niks meer schelen.

Mijn verloskundige vertelde dat we naar het ziekenhuis moesten gaan voor een ruggenprik maar eerst moest ze weten hoeveel ontsluiting ik nu had. Vandaar de pijn, ik zat op 10 cm ontsluiting. Geen ruggenprik meer en we moesten beslissen of we thuis gingen bevallen of in het ziekenhuis. In het geval van het laatste moesten we namelijk nu weg, zei ze. Wist ik veel, ik liep nog steeds heen en weer op de verloop, in m’n blootje. Naar het ziekenhuis zei mijn man, ik wil die troep hier niet in huis!

Nadat mijn man en de verloskundige mij in een joggingspak hadden gehesen, ging de verloskundige op zoek naar de tas voor in het ziekenhuis. Oeps, die was er nog niet. Terwijl zij een tas vulde met alles wat nodig was, stond ik bovenaan de trap om naar beneden te gaan. En ineens werd ik overvallen door een oase van rust… totdat ik m’n eerst perswee kreeg! Hij moet eruit, schreeuwde ik! Nee, naar het ziekenhuis, nu, zei de verloskundige! Tussen 2 persweeën door ben ik de trap afgelopen. En op het moment dat mijn man de voordeur open deed, kreeg ik weer een wee en schreeuwde ik het uit van de pijn (en ik had nog wel met mezelf afgesproken dat ik niét zou gaan schreeuwen…). Stil joh, de buren, zei hij. Alsof iets of iemand anders mij op dat moment zou kunnen schelen… De verloskundige dacht nog aan de Maxi-Cosi, iets waar wij totaal niet aan hadden gedacht. Gelukkig had m’n schoonzus een aantal dagen daarvoor een camera in de Maxi-Cosi gelegd, omdat wij die anders zouden vergeten.

Nadat ze mij met z’n tweeën op de achterbank van de auto hadden gezet, ik voelde me net een olifant, scheurden we met 180km p/u naar het ziekenhuis. Tussen de weeën door schreeuwde ik: hij moet eruit! En tijdens de rustpauze genoot ik van het even niks voelen, en zei ik niks.

Om 02:00 uur kwamen we aan bij het ziekenhuis. De verloskundige kwam aangerend met een rolstoel. Alsof ik dààr in ging zitten, echt niet! Ik stapte uit de auto en ik schrok. Ik voelde mijn kindje zakken. Hij komt eruit, zei ik verbaasd. Nadat ik drie keer had aangegeven dat ik ging lopen, duwde de verloskundige me in de rolstoel en racete door het ziekenhuis naar de afdeling verloskunde, terwijl ik, heel beschaafd, het ziekenhuis bij elkaar schreeuwde.

Eenmaal aangekomen in de verloskamer, werd ik op het bed gelegd. Ik zat op dat moment tussen twee persweeën in, dus ik kon me druk maken over dat er geen gordijnen hingen. En dat ik daar, op de 8ste verdieping, voor het raam lag met een flatgebouw ernaast op ongeveer 1 km afstand. Tijdens de perswee die erop volgde, prikte ze mijn vliezen door (mijn redding, daarom zat m’n baby nog steeds in m’n buik. Anders was hij al veel eerder geboren). Een warme golf liep over m’n benen weg en meteen daarop volgde een perswee. Eindelijk mocht ik mee persen maar mijn god, dat deed zeer. Ik stond in de fik! Eén ding was zeker, dit ging ik geen twee uur doen. Dus tijdens de tweede wee dat ik mocht mee persen knalde ik m’n zoon eruit. Stop, stop, zei de verloskundige! Maar ik deed niks meer zelf. Mn lichaam deed al het werk. En of ik nou wilde of niet, m’n zoon was geboren. Met kop en schouders eruit, met alle gevolgen van dien (m’n man zegt nog weleens, het is maar goed dat hij vast zat aan de navelstreng, want je had hem zó tegen de muur geschoten!). Maar het kon me niks meer schelen, dat ze me moesten gaan hechten. Ik voelde het niet eens meer. Mn zoon lag op m’n buik. Het enige dat belangrijk was. Het was 02:22 uur, ik was bevallen in amper 4 uur tijd vanwege de weeën storm. Maar dat maakte nu allemaal niet meer uit. Hij was er, eindelijk!

Reageer op artikel:
De bevalling van Fleurine
Sluiten